donderdag 1 januari 2009

Een valse lente — Terugblik op Johnny van Doorn

Minder dan een halve eeuw
In de onnavolgbare programmaserie Herenleed speelde hij de Vader, de Engel, de Kermisklant, de Kabouter: "Kabouters voor! Kabouters na!" en de Bruid: "Dag schat, is de boel aan kant?", alsmede zoveel andere, soms tot ver in het absurdistische reikende, rollen, die voor zijn participanten, Cherry Duyns en Armando, inspirerend hebben gewerkt. "Gisteren heb ik slechts twee pauwen gezien..."
Het Nederlandse digitale televisiekanaal GeschiedenisTV herhaalt op donderdag 1 januari — tussen 22:51 uur en 23:46 uur — een NPS-documentaire uit 2003, die werd uitgezonden in de reeks Het uur van de wolf, over leven en werk van de als performing poet te boek staande Johnny the Selfkicker, in het burgerlijke bestaan de Arnhemmer Johnny van Doorn (1944-1991).
Met zijn de gedichtenbundel Een nieuwe Mongool, in 1966 deed hij zijn intrede in de Nederlandse letteren. Zes jaar later veroorzaakte de prozabundel Mijn kleine hersentjes, verschenen in 1972, baarde hij flink wat opzien, en kreeg hij uit de te verwachten hoeken veel lof, respectievelijk intense afwijzing. Dat laatste kwam vooral door de onverwisselbare toon die de teksten karakteriseerde, en als hij uit eigen werk voorlas, werd dit element nog eens versterkt door zijn wijze van spreken, die niemand onberoerd kon laten. Zijn veelal korte stukken werden binnen twee decennia in zes bundels bijeengebracht. In de laatste verzameling, De lieve vrede, beschreef Johnny van Doorn, toen vijfenveertig jaar oud, het moderne gevoel dat zich in de jaren zestig van de vorige eeuw allengs had ontwikkeld, in 'legendarische momenten' tussen zijn geboortejaar 1944 en het jaar van verschijnen, 1990. Twee jaar daarvoor waren — onder de intrigerende titel Door de weken heen — reeds zijn dagboeken verschenen, die echter alles behalve dagboeken zijn, doch veeleer persiflerende notities over, doch vooral tegen, het leven van alledag.

Geen opmerkingen: