maandag 7 juli 2008

Den Drucker spreekt in Heynken de Luyere van de dichter Cornelis Crul tot den Ghoetwillighen Lesere


De dichter Cornelis Crul
Zo ongeveer moet, volgens de gebroeders Luiken [1] een drukkerij er in de zeventiende eeuw hebben uitgezien, en daarmee kan men zich enigszins een indruk verschaffen van het hoe, wie, wat en waar, een goede eeuw eerder toen de Nederlandse dichter Cornelis Crul — wiens exacte data niet bekend zijn, maar die ongeveer tussen 1500 en 1550 moet hebben geleefd en gewerkt.
Een bundel met gedichten van deze letterkundige is in 1950 in de Klassieke Galerij van De Nederlandse Boekhandel te Antwerpen verschenen, uitgegeven door Dr. C. Kruyskamp, die ook geruime tijd de verantwoordelijke redacteur is geweest voor Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Het boekje vond ik dezer dagen tussen de afgedankte druksels in één de kratten, buiten op straat, van een antiquariaat in onze binnenstad en dientengevolge kostte mij dat dan ook maar vijftig eurocent. Op websites van antiquariaten en via Antiqbook is er nog wel aan te komen, voor prijzen tussen zes en tien euro.

Rhetoricale teksten
De bundel is in het onderdeel Rhetoricale teksten van de Klassieke Galeri verschenen, onder redactie van bovengenoemde Kruyskamp en anderen. Het boekje bevat, na een 16 pagina's lange, zinvolle inleiding met relatief veel tekst en uitleg, drie dichtwerken van Cornelis Crul: Heynken de Luyere; Mont toe, Borse toe; en Cluchte van eenen Dronckaert.
We beperken ons hier tot het plaatsen van het inleidende gedicht bij Heynken de Luyere, aangezien dat een tekst is van "den drucker tot den goetwillighen lesere", en dat verklaart meteen waarom we deze bijdrage met een drukkerswerkplaats uit ongeveer die tijd openen.

DEN DRUCKER
TOT DEN GOETWILLIGHEN LESERE

Dat ic u hier schrijve is door Heynken de Luyere gheschiet,
Die cluchtich was, maer met geen valscheyt deurtoghen.
Ist dat ghy dit werck dan te rechte aensiet,
Ghy bevint dat hy niemant en heeft bedroghen
Oft hy en hevet uut Ulenspieghels borst gesoghen
Maer uut zijn nature, als ghy mecuht mercken.
Men kent den Meester allerbest aen zijn wercken.

Maer die hem ghekent hebben meughen weten
Of zijn natuere hier toe was ghehelt.
Hy was wat lichtachtich in allen zijn vermeten
En selden overladen met eenich ghelt.
Altijd was hij met sijns ghelijke verselt,
Met aerdighe constenaers, subtijl van ssinnen,
Die liever verteerden dan helpen winnen.

Eerst protesteer ick dat niet en wort vertelt
Noch tot yemants schande en ist ghedicht.
Al ist dat dit na der waerheyt wordt gheselt
Op dat des Lesers herte daer door worde verlicht,
Ende al ist datse totter waerheyt niet en sticht,
Nochtans tot waerschouwinghe machmense schrijven :
Ten is niet quaet quaet weten, maar quaet bedrijven. [2]

__________
[1] In hun tot in de huidige tijd veelvuldig herdrukte boek uit 1694: HET MENSELYK BEDRYF Vertoond,in.100.Verbeeldingen:van:Ambachten, Konsten, Hanteeringen en Bedrijven; met Versen . t'AMSTERDAM.Gedaan,door,Johannes,en,Caspaares.Luiken. 1694. — stellen de gebroeders onder meer enkele beroepen uit het grafische vak voor, zoals deze boeckdrucker.
[2] Regel 3: te rechte op de juiste wijze. — Regel 6: Na maer is waarschijnlijk ooc uitgevallen.
— Regel 9: ghehelt geneigd. — Regel 10: vermeten manier van doen. — Regel 15: protesteer betuig; de zin in de verzen 15-16 loopt niet. — Regel 19: se deze historie. waerheyt waarschijnlijk: corrupt.
____________
Afbeeldingen
1. De Boeckdrucker, zoals voorgesteld in de afbeelding van de gebroeders Luiken.
2. Voorplat van het boekje uit 1950 met gedichten van Cornelis Crul.
3. Titelpagina van het (nog altijd) standaardwerk van de gebroeders Luiken uit 1694.

Geen opmerkingen: