donderdag 28 mei 2009

Goethe's Maylied in handschrift — en leesbaar


Nu de maand mei van het lopende jaar zich naar een roemloos einde spoedt, kunnen we, hier en nu, nog net even actueel zijn door het Maylied op te nemen van de, ook internationaal, meest befaamde dichter van het Duitse taalgebied: Johann Wolfgang von Goethe.
Zoals dat het geval is met zoveel gedichten — somtijds, zoals ook hier, van slechts enkele tientallen woorden — die uit de ganzenveer van deze auteur zijn gevloeid, heeft ook dit relatief korte gedicht een individuele geschiedenis. Het is voor het eerst verschenen onder de titel Mayfest in het tijdschrift Iris in 1775. Goethe heeft dit gedicht pas in 1789 opgenomen in een boekdeel met gedichten, in het kader van een achtdelige, in de periode 1787-1790 uitgekomen, uitgave bij Göschen. Hoewel er algemeen van wordt uitgegaan dat Maylied is ontstaan tijdens een verblijf van de schrijver in 1771 te Sessenheim, en dat ook wel waarschijnlijk is, bestaat daarover echter geen absolute zekerheid.
De versie in handschrift is overgenomen uit Goethe: Gedichte in HandschriftenFünfzig Gedichte Goethes; gekozen en toegelicht door Karl Eibl, in 1999 als Originalausgabe verschenen bij Insel Verlag, Frankfurt am Main und Leipzig (als it 2175).


* * * * * *

Maylied.

Wie herrlich leuchtet
Mir die Natur!
Wie glänzt die Sonne
Wie lacht die Flur!

Es dringen Blüten
Aus jedem Zweig
Und tausend Stimmen
Aus dem Gestraüch

Und Freud und Wonne
Aus jeder Brust.
O Erde o Sonne
O Glück o Lust!

Geen opmerkingen: