maandag 15 december 2008

Thomas Manns Buddenbrooks opnieuw verfilmd

Vanaf 25 december
De roman Buddenbrooks van Thomas Mann (1875-1955) voor het eerst verschenen 1901 werd een mijlpaal in de geschiedenis van de Duitse prozaliteratuur. Niet alleen leverde het boek — dat in negentiende eeuwse koopmanskringen van de Hanzestad Lübeck speelt — de schrijver in 1929 de prestigieuze Nobelprijs voor Literatuur op, het familiedrama is tot op heden het meest populaire boek in Noord-Duitsland.
Op 25 december aanstaande is de nieuwste — inmiddels alweer de vierde — verfilming van Manns eerste grote roman in de Duitse bioscopen te zien. Hoewel er ook vage berichten opdoken dat de film vanaf die datum op de buis te zien zou zijn, is dat niet erg waarschijnlijk. Wel hebben enkele regionale ARD-zenders aan het project meebetaald, en dat houdt in dat het recht om de eerste uitzending op de beeldbuis te realiseren, bij dat instituut berust. Het zou daarom wel eens kunnen gebeuren dat tijdens de kerstdagen van 2009 de 150 minuten durende rolprent alsnog, zij het in afleveringen, het huiskamerscherm komt inkleuren. Want dat het een kleurig gebeuren zou worden, werd duidelijk toen de intussen vooraanstaande Duitse regisseur Heinrich Breloer (geboren in 1942) — die zeer veel internationale bekendheid heeft gekregen met modern Duits filmdrama, zowel in spelvorm alsook met het voorkomen van docudrama — aan de slag is gegaan.

Andere aanpak
Breloer is afgeweken van de gebruikelijke benadering van een stof, en hij heeft de roman vol feiten en fictie van Thomas Mann gestalte gegeven als conventioneel ondergangsdrama zonder daarbij experimenten in de regie te wagen. Het zou hem, zo zei hij zondag 14 december in een interview, dan ook niet verbazen als menig kijker die nieuwe film als "zu bieder" zou ondergaan. Als we in aanmerking nemen dat er thans wereldwijd een zware crisis in de financiële en economische handel en wandel heerst en de gevolgen daarvan voor menigeen van enorme omvang zijn, is het verhaal inhoudelijk alleen maar actueel en zal alleen iemand die psychisch erg doof en blind is, de actualiteit in het verhaal ontgaan. Teksten die drie jaar geleden in het draaiboek zijn opgenomen, zouden uit de actualiteit van gisteren en vandaag hebben kunnen stammen.
Met een budget van zestien miljoen euro is Breloer erin geslaagd een sfeer op te roepen van enerzijds de grote lijn — de wereld van veel internationale handel die Lübeck in de loop van enkele eeuwen heeft opgestoten in de vaart der volkeren — en, daar tegenover, alledaagse beslommeringen van een huis vol individuen wier verlangens botsen met die van het gezin en de direct daaraan verbonden toestanden en gebeurtenissen, zakelijke belangen en divergerende krachten.


Dat dit op een gegeven moment leidt tot de noodzaak persoonlijke belangen steeds meer naar de achtergrond te laten verdwijnen — waarbij zelfs een ogenschijnlijk zo schitterende balnacht simpel als beursvloer en handelshuis fungeert omdat de dochter des huizes aan de (zeer vermogende) man moet worden gebracht —, is een weliswaar niet ongebruikelijk fenomeen in zakenkringen, maar evenzeer een gebeuren dat in veel gevallen de hoogst persoonlijke tragedie als een geest uit de fles tovert. In de vierde generatie is er buiten de ooit zo respectabele familienaam niet veel over bij de laatste nakomeling, die zich in totale vervreemding overgeeft aan de muziek.
Breloer erkent dat die elementen in het verhaal voor hem aanleiding hebben gevormd zich stipt te houden aan het conventionele ondergangsdrama dat Thomas Mann schildert: vol feiten en fictie overigens, want reeds rond de vorige eeuwwisseling liet die auteur zeer persoonlijke ervaringen binnen het gezin Mann meespelen in het anderzijds bedachte verhaal over de vier generaties Buddenbrook.

Protagonisten
Thomas Mann — die de roman aanvakelijk de titel Abwärts had willen meegeven, maar er hoogstwaarschijnlijk goed aan heeft gedaan om daarvan af te zien — beschrijft met groot meesterschap het lot van senatoren en groothandelaren van de Lübecker familie Buddenbrook. Voor de rol van senator Buddenbrook heeft de regisseur een beroep gedaan op Armin Müller-Stahl (geboren 1930), die in Breloers epos Die Manns de rol van Thomas Mann speelde. Heinrich Breloers keuze voor Iris Berben (geboren 1950) om aan de rol van Elisabeth Buddenbrook invulling te geven, is, althans 'op het eerste gezicht', volkomen onbegrijpelijk, aangezien deze dame doorgaans weinig anders laat zien dan het clichévrouwtje dat zo uit haar yoghurtreclame is weggelopen. Dat ze desondanks razend populair is in allerlei verschillende typen, die echter altijd op hetzelfde typetje uitkomen — en dat geldt eveneens voor diverse van haar collega's, die allen ook het predikaat "große Schauspielerin" opgeplakt hebben gekregen, maar toch altijd weer slechts dat ene masker opzetten —, verbaast uiteraard niemand.
Wellicht heeft Heinrich Breloer adequatere gegevens ter beschikking gehad en is hij erin geslaagd Iris Berben zodanig aan te sturen dat ze iets laat zien dat lang in het verborgene is gebleven; dat zou dan een extra verdienste zijn.
Dat geldt ook voor het feit dat Breloer op de in het boek aangegeven locaties in Lübeck heeft gedraaid en dat hij het Buddenbrook-huis zelfs heeft laten nabouwen.
In deze nieuwste verfilming van Buddenbrooks spelen ook enkele Nederlandse acteurs mee, zoals Krijn ter Braak, Fedja van Huêt en Cas Enklaar.
____________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van het stofomslag van een speciale editie in één band van Thomas Manns roman Buddenbrooks.
2. Auteur Thomas Mann in zijn jonge jaren.
3. Eerste blad van Thomas Manns oorspronkelijke Buddenbrooks-manuscript.
4. Acteur Armin Müller-Stahl.
5. Actrice Iris Berben.

Geen opmerkingen: