maandag 27 april 2009

Nieuwe verfilming van Martin Walsers "beste boek"

Grote namen in de letteren
In de Nederlandse grote literatuur van na de Tweede Wereldoorlog komen we — weliswaar niet altijd op dezelfde plek — vier namen van, overigens uitsluitend mannelijke, schrijvers op: Willem Frederik Hermans (1921-1995), Gerard (Kornelis van het) Reve (1923-2006), Harry Mulisch (geboren 1927), en Hugo Claus (1929-2008). Die laatste wil men nog wel eens vergeten doordat hij in België leefde en werkte. Alleen Harry Mulisch is heden ten dage nog actief.
In ons direct oostelijk gelegen buurland — tot 1989 was dat slechts het westelijke deel van wat ooit Duitsland was: de Bundesrepublik Deutschland — kwamen eveneens vier namen van, ook daar alleen maar mannelijke, auteurs voor die in de categorie beste schrijvers vielen: Heinrich Böll (1917-1985) en Siegfried Lenz (geboren 1926), Günter Grass (geboren 1927) en Martin Walser (geboren 1927). Criticus Marcel Reich-Ranicki heeft overigens lang en nadrukkelijk volgehouden dat Wolfgang Koeppen (1906-1996) verreweg de beste, maar helaas aanhoudend onderschatte, schrijver in het Duitse taalgebied was. Die recensent was, geheel in overeenstemming met zijn aard — zich vooral uitend in extremen — mateloos als het om de terechte verdediging van Koeppens voortreffelijke oeuvre ging, en of dat niet hier en daar toch enigszins averechts heeft gewerkt, laten we maar even terzijde.


Drie van één generatie
Grass, Lenz en Walser zijn in de wereld van de Duitse letteren anno nu nog altijd op diverse fronten actief. Siegfried Lenz leeft weliswaar relatief teruggetrokken, maar hij bestuurt de pen met meesterhand. Grass en Walser daarentegen treden flink wat nadrukkelijker op de voorgrond en hun uitingen in woord en geschrift zijn pregnant politiek getint, of dat nu gaat over aspecten van de jongste geschiedenis — waarbij de Hitlertijd van lieverlee een onontkoombaar stempel blijkt te hebben gedrukt op hun beleving van alles wat zich daarna in dat vaderland en hun persoonlijke bestaan heeft afgespeeld — dan wel om wat er in de huidige Duitse politiek van alledag gebeurt. Dat heeft, mede door toedoen van beide auteurs, tot schandalen geleid, die alle terug te voeren zijn op uitspraken die die beiden hebben gedaan, zij het vanaf een katheder, zij het via de schwarze Kunst van de heer Gutenberg. Overigens is er bij beide heren in zulke situaties sprake (geweest) van direct stijgende oplagen als het direct of indirect met reeds gepubliceerde of kort voor de afronding zich bevindende boeken.


Persoonlijke contacten
Siegfried Lenz is een persoonlijke vriend van de reeds genoemde — inmiddels somtijds toch wel ietwat minder helder overkomende — literatuurpaus Marcel Reich-Ranicki (geboren 1920), maar zo'n sterk persoonlijk getinte relatie heeft tussen de recensent en de beide andere heren nimmer bestaan. Beiden hebben niet alleen lof uit de koker van de zich niet zelden extravert-emotioneel — lees: hysterisch — uitende scribent en redenaar mogen horen en lezen, maar tevens de sterkst denkbare afwijzing. Over het boek Brandung van Walser wilde Reich-Ranicki niet eens publiceren "weil es mir nicht gefällt", gaf hij als vlot antwoord in een vraaggesprek met Lea Rosh in een zogeheten talkshow. Alsof dat op zich een goede reden is om over een boek te zwijgen, dan zou er toch meer aan de hand moeten zijn dan alleen misnoegen over de letterkundige kwaliteiten. De, terecht als grof schandaal ervaren, vernietigende uitspraken en schrifturen die de Großkritiker heeft veroorzaakt jegens Grass' roman Ein weites Feld hebben de contacten tussen de heren met allebei een enorm Ego nog verder bekoeld. Daarna was Walser weer aan de beurt, die een roman schreef over de dood van een criticus. Men had 'blind' moeten zijn om niet snel te 'zien' wie daarin de protagonist was. Enfin, zolang de inmiddels hoogbejaarde heren hun stempel op de letteren in het Duitse taalgebied van vandaag de dag drukken, zal het af en toe nog wel weer eens tot en uitbarsting komen, hetgeen op zich voor nieuw leven in een oude brouwerij zou kunnen zorgen. Dus niet getreurd, aangezien op korte, dan wel iets langere termijn, alles toch weer wordt gerelativeerd en dat is een tweede kant aan het geheel die we als positief moeten kwalificieren.


Ein fiehendes Pferd
Decennia eerder, toen die auteurs en hun opperste criticus nog wel met elkaar spraken, en meer dan alleen afstandelijk-zakelijk, was de roman — volgens sommigen novelle — Ein fliehendes Pferd van Martin Walser de hoogst denkbare lof uit de pen van Reich-Ranicki ten deel gevallen: ". . . sein reifstes, sein schönstes, sein bestes Buch." Het spreekt vanzelf dat zo'n opmerking ruim drie decennia na verschijnen niet diezelfde waarde heeft of hoeft te hebben omdat er van diezelfde auteur in die periode zoveel andere teksten en zoveel nieuwere alsook eventueel nog weer dieper doorleefde gevoelens aan het papier zijn toevertrouwd.


In Ein fliehendes Pferd, voor het eerst verschenen in 1978, is een van de hoofdpersonen een anti-held, die met een zeer persoonlijk conflict worstelt — een steeds terugkerend thema in Walsers verhalend proza en in drama's van Martin Walsers hand —, dat pas in een vierhoeksconstellatie waarin hij en zijn vrouw verzeild raken, de boventoon gaat voeren.
De burgerlijke, in menig opzicht ingedutte Helmut Halm — die al bijna een kwart eeuw zijn dagen slijt als leraar — bevindt zich, samen met zijn vrouw Sabine, tijdens het zomerse schoolreces op het vaste vakantieadres aan het Bodenmeer. Daar komen de beiden in contact met Helmuts school- en studievriend Klaus Buch, die er lustig op los kakelt en ook op andere fronten zijn aanwezigheid zeer nadrukkelijk kenbaar naakt. Dat imponeert de vrouw van de veelal in zichzelf gekeerde Helmut, die graag naar vogels kijkt. Klaus is in gezelschap van een veel jongere sexy blondine, die de aandacht van de andere man weet te genereren.
Daaruit ontstaan tal van verwikkelingen, die tweemaal tot een hoogtepuntleiden: eenmaal een confrontatie met een 'vluchtend paard' dat door een kordaat optredende Klaus binnen de perken wordt gehouden, een tweede keer tijdens eenzeiltocht op het meer, bij een confrontatie van de beide mannen samen met de elementen der natuur in de vorm van een hevig onweer.
In beide gevallen kun je spreken van de representatie van de conflictsituatie in de vorm van exogene voorstellingen. De botsende levensopvattingen van de twee mannen en de manier waarop die tot een confrontatie komen. Het mooiste van deze komedie — die gelukkig geen klucht blijkt — is echter de 'onderhuids' aanwezige humor.

Verfilming
In 1985 is er op basis van dit verhaal al eens een televisie-adaptatie gemaakt, die echter niet veel indruk heeft gemaakt. Maar het boek — dat men na het zien van de film zeker ook nog zou moeten lezen vanwege Walsers briljante stijl — komt nu beter onder de aandacht door de verfilming uit 2007 door Rainer Kaufmann. Het tweede publieke Duitse televisienet zendt de film op maandag 27 april uit op het meest bekeken televisietijdstip: tussen 20:15 uur en 21:45 uur. Deze keer is er sprake van een sterbezetting. Ulrich Noethen speelt Helmut, Ulrich Tukur is vast wel de juiste bezetting voor de dominante Klaus. De beide dames vinden uitdrukking in de veelvuldig geprezen Katja Riemann (Sabine) en Petra Schmidt-Schaller, die meer en meer van zich doet spreken.
___________
Afbeeldingen
1. Auteur Martin Walser.
2. Voorzijde omslag van het boek Die Literatur — Eine Heimat, van Marcel Reich-Ranicki; voorop een konterfeitsel van deze 'primus inter pares' van de Duitse literatuurkritiek.
3. Voorzijde van de paperbackeditie in de serie Suhrkamp Taschenbuch (nr. 600) van Ein fliehendes Pferd.
4. Ulrich Tukur en Petra Schmidt-Schaller in de komedie Ein fliehendes Pferd.
5. Ulrich Noethen als Helmut Halm in de verfilming van Martin Walsers novelle.
6. Ulrich Tukur als Klaus Buch in die rolprent.
7. Katja Riemann als Sabine in diezelfde verfilming.
8. Petra Schmidt-Schaller eveneens in die film.
9. Het viertal bijeen in Ein fliehendes Pferd van Rainer Kaufmann.

Geen opmerkingen: