zaterdag 30 mei 2009

M A I

Der Schnee zerrinnt,
Der Mai beginnt,
Die Blüten keimen
Den Gartenbäumen,
Und Vögelschall
Tönt überall

Pflückt einen Kranz
Und haltet Tanz
Auf grünen Auen,
Ihr schönen Frauen,
Pflückt einen Kranz
Und haltet Tanz!

Wer weiß, wie bald
Die Glocke schallt,
Da wir des Maien
Uns nicht mehr freuen,
Wer weiß, wie bald
Sie leider schallt.

* * * * * *

F R Ü H L I N G S L I E D

Die Luft ist blau, das Tal ist grün,
Die kleinen Maienglocken blühn
Die Schlüsselblumen drunter;
Der Wiesengrund
Ist schon so bunt
Und malt sich täglich bunter

Drum komme, wem der Mai gefällt,
Und freue sich der schönen Welt
Und Gottes Vatergüte
Die diese Pracht
Hervorgebracht,
Dem Baum und seine Blüte.
__________

Ludwig Christoph Heinrich Hölty
(1748-1776)

Deze beide gedichten zijnn opgenomen in die bundel Gedichte für einen Frühlingstag. Een Originalausgabe, verschenen bij Deutscher Taschenbuch Ver;ag, München, maart 2004 (dtv 20966).
___________
Afbeeldingen
1. Hölty's Grabmal mit Jüngling, Sankt Nikolai Friedhof, Hannover, vanaf 1901. (Foto: Axel Hindemith, Hannover, BRD.)
2. Voorkant van de dtv-Ausgabe met Lentegedichten.

donderdag 28 mei 2009

Goethe's Maylied in handschrift — en leesbaar


Nu de maand mei van het lopende jaar zich naar een roemloos einde spoedt, kunnen we, hier en nu, nog net even actueel zijn door het Maylied op te nemen van de, ook internationaal, meest befaamde dichter van het Duitse taalgebied: Johann Wolfgang von Goethe.
Zoals dat het geval is met zoveel gedichten — somtijds, zoals ook hier, van slechts enkele tientallen woorden — die uit de ganzenveer van deze auteur zijn gevloeid, heeft ook dit relatief korte gedicht een individuele geschiedenis. Het is voor het eerst verschenen onder de titel Mayfest in het tijdschrift Iris in 1775. Goethe heeft dit gedicht pas in 1789 opgenomen in een boekdeel met gedichten, in het kader van een achtdelige, in de periode 1787-1790 uitgekomen, uitgave bij Göschen. Hoewel er algemeen van wordt uitgegaan dat Maylied is ontstaan tijdens een verblijf van de schrijver in 1771 te Sessenheim, en dat ook wel waarschijnlijk is, bestaat daarover echter geen absolute zekerheid.
De versie in handschrift is overgenomen uit Goethe: Gedichte in HandschriftenFünfzig Gedichte Goethes; gekozen en toegelicht door Karl Eibl, in 1999 als Originalausgabe verschenen bij Insel Verlag, Frankfurt am Main und Leipzig (als it 2175).


* * * * * *

Maylied.

Wie herrlich leuchtet
Mir die Natur!
Wie glänzt die Sonne
Wie lacht die Flur!

Es dringen Blüten
Aus jedem Zweig
Und tausend Stimmen
Aus dem Gestraüch

Und Freud und Wonne
Aus jeder Brust.
O Erde o Sonne
O Glück o Lust!

dinsdag 26 mei 2009

Looking for John Donne — Portret op BBC Two-tv

Eén der grootsten van zijn cultuur
BBC Two Television zendt op dinsdag 26 mei — tussen 22:00 uur en 23:00 uur, gepresenteerd door Simon Schama — een portret uit van de Engelse dichter John Donne (1573-1631), die met recht kan worden gekwalificeerd als één van de allergrootsten in zijn stiel uit de geschiedenis van de Engelstalige poëtische literatuur. Toch zijn er tijdens zijn leven slechts vier van zijn gedichten gepubliceerd. Twee jaar na zijn heengaan is er voor het eerst een collectie verschenen, weer twee jaar later is er pas een uitgebreidere verzameling uitgegeven.
En als je in die, zij het dan nu twintigste eeuwse, edities leest, valt weliswaar direct de buitengewone kwaliteit op, maar zie je eveneens heel veel gedichten met een opdracht, hetgeen gewoonlijk een zeldzaamheid is binnen het oeuvre van een poëet. Alleen de naasten en de beminde vrienden worden dan met zoiets bedacht. Maar Donne moest wel, doordat hij in financiële problemen verzeild was geraakt. Die narigheid was onstaan als gevolg van een tijdelijk gevangenis-oponthoud. Door een geheim huwelijk in 1601 was hij niet alleen in conflict geraakt met de vader van de bruid — die de dichter liet arresteren en opsluiten — maar tevens met diens broer de Grootzegelbewaarder Thomas Egerton, in wiens dienst John Donne in 1598 was gekomen, als secretaris. Ook die keerde zich evenzeer van hem af. Dat betekende tegelijkertijd dat hij allengs minder en minder goede contacten overhield die hem op enigerlei wijze aan een baan konden helpen. Zo werd hij tijdelijk afhankelijk van sponsoren.

Reislust
Als jongeman — vanaf zijn elfde jaar studeerde hij al te Oxford en Cambridge — had hij ook het avontuur gezocht door buitenlandse reizen te ondernemen — iets dat in die tijd een zeldzaamheid was. Zo bevond hij zich in 1596 te Cadiz en daar schreef hij, in het kader van zijn vroege poëzie, The Storm en als tegenhanger The Calm. Een jaar daarna ging hij mee met een Azoren-expeditie.
Nadat het echter, door dat stille huwelijk, voorbij was met het opdoen van positieve ervaringen, werd het leven voor deze katholiek opgevoede dichter er niet beter op. Hij werd ziek en was mede daardoor tijdelijk van zijn vrouw gescheiden. Toen die in 1617 ook vroegtijdig overleed, raakte hij geheel verstrikt in een sfeer van diep ingrijpende melancholie, die haar weerslag kreeg in de mediterende verzen welke sedertdien aan zijn veer zijn ontsproten.
Voordien, in 1615, was John Donne, als gevolg van religieuze twijfels, overgestapt naar Engelands Anglicaanse staatskerk, en dat heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat hij vanaf 1621 tot aan zijn overlijden op 31 maart 1631 'pastoor' van Saint Paul's Cathedral werd.
Naast zijn grote betekenis als lyrisch dichter bleek dat hij een beganadigd predikant en kanselredenaar anderszins was. Talrijke van zijn redes en preken zijn door Donne's zoon verzameld.
____________
Afbeeldingen
1. Portret van de Engelse dichter John Donne.
2. Voorzijde van een editie met een selectie van Donne's gedichten, verschenen in de The Laurel Poetry Series in 1962 (tiende druk 1972).

maandag 25 mei 2009

Tess of the d'Urbervilles — vierdelige verfilming vanaf maandagavond bij de NCRV op Nederland 2

Lonken naar een erfenis
Op maandag 25 mei, tegen 21:00 uur in de avond, start de NCRV via Nederland 2 met de eerste aflevering van een vierdelige dramaserie die is gerealiseerd op basis van de roman Tess of d'Urbervilles uit 1891 van de Engelse auteur Thomas Hardy (1840-1928). Een eerdere poging tot omzetting van dit boek in bewegende beelden werd in 1979 gerealiseerd door Roman Polanski, die voor de rol van Tess zijn oog had laten vallen op Nastassja Kinski.
Thomas Hardy heeft in zijn relatief lange leven veel gepubliceerd, onder meer veertien romans. Hij schreef er welisaar nog één, maar de eerste — The Poor Man and the Lady uit 1868 — bleef onuitgegeven.

Andere Tess dan toen
De rol van Tess wordt in deze in totaal zo'n vier uur durende versie van David Blair — die daarmee meer en detail heeft kunnen gaan dan Polanski indertijd — gespeeld door Gemma Arterton, die de laatste jaren al aardig in beeld is gekomen, onder meer als wat dan Bond-girl wordt genoemd. Ze zal een tegenpool blijken te zijn van de indertijd uitermate stralend — volgens sommigen zelfs ietwat te stralend — overkomende Nastassja Kinksi drie decennia geleden.

Synoptisch
Als de jonge vrouw Tess Durbeyfield aan de weet is gekomen dat te gelegener tijd bij de familie d'Urbervilles iets te halen valt, besluit ze de contacten met die mensen te intensiveren, in de hoop dat ze op die manier ooit aanspraak zal kunnen maken op het familiefortuin.

dinsdag 19 mei 2009

Portret van een veelzijdig schrijfster: Karin Spaink

Herhaling van januari 2008
De Humanistische Omroep herhaalt op woensdag 20 mei — tussen 22:53 uur en 23:25uur — via de televisiezender Nederland 2, in de programmareeks Profiel, een portret van schrijfster, columniste, en publiciste anderszins, Karin Spaink.
Op 2 januari 2008 heb ik over diezelfde film, welke toen via dezelfde zender werd gepresenteerd, een ruime vooraankondiging gepubliceerd op de moedersite van dit letterenweblog: Cultuurtempel. Voor meer adequate informatie en achtergronden zij dan ook naar dat artikel verwezen: Volle asbakken, lege flessen — Profiel van de schrijfster Karin Spaink op Nederland 2. Om de inhoud van die bijdrage deelachtig te worden, hoeft u niets anders te doen dan hier te klikken.

zondag 10 mei 2009

Het dappere kleermakertje als Duitse speelfilm

Sprookjes in bewegende beelden
Min of meer in aansluiting op de twee onlangs, vrij snel achter elkaar door de Westdeutsche Rundfunk (WDR) uitgezonden, films op basis van sprookjes, die werden verzameld en in druk werden doorverteld door de gebroeders Jacob en Wilhelm Grimm, presenteert diezelfde zender op zondag 10 mei, 's middags tussen 14:05 uur en 15:05 uur Christian Theede's speelfilm Das tapfere Schneiderlein uit 2008.
De bekendste van alle acteurs die in deze rolprent een rol spelen, is ongetwijfeld Axel Milberg — die de rol van König Ernst vertolkt. Deze in 1956 te Kiel geboren acteur is een tamelijk markante, Noord-Duitse persoonlijkheid die vooral bekendheid geniet als één van de vele ARD-Tatort-commissarissen, maar daarnaast tevens in nog diverse films op andere zenders dan Duitsland 1 te zien is.
Het draaiboek voor de sprookjesfilm Das tapfere Schneiderlein werd geschreven door Leonie Bongartz en Dieter Bongartz; de leiding over het camerateam viel toe aan Philipp H. Timme. De muziek werd gecomponeerd door Peter W. Schmitt.
_________
Afbeelding
: De in Noord-Duitsland geboren en woonachtige film- en televisieacteur Axel Milberg.

woensdag 6 mei 2009

Louis Couperus in De Leescoupé op Nederland 2

Aanbevolen: Louis Couperus
Gelukkig zijn er ook op de beeldbuis nog boekenprogramma's: één daarvan is
De leescoupé van de KRO. Hedenavond wordt de achtste en daarmee ook laatste aflevering van dit lenteseizoen op Nederland 2 uitgezonden, vanaf circa 21:30 uur. Een goede 20 minuten wordt er met diverse mensen gesproken over verschillende boeken, diverse binnen- en buitenlandse auteurs in allerlei genres, en reist er niet alleen steevast een auteur mee, die wat meer aandacht krijgt en zelf ook wel één en ander te berde brengt, maar is er ook altijd een — steeds dezelfde — hoogleraar, die aandacht vraagt, kort en krachtig, voor een schrijver van ooit of van anno nu. In deze laatste aflevering komt een ware Haagse Hollander voor: de Nederlandse schrijver Louis Couperus. Over het wel en eventuele wee daaromtrent kunt u nog weer meer lezen in een artikel dat ik enkele minuten geleden op de fin de siècle website All art is quite useless — van Rond1900.nl — heb geplaatst. De presentatie van die auteur zal geschieden door de opperste stalmeester en speeltuinbewaarder van dat elektronische instituut: Peter Hoffman.
__________
Foto: Auteur en dandy Louis Couperus in 1917.

vrijdag 1 mei 2009

Drama Barabbas met Anthony Quinn op BBC Two

Na de dood van Jezus Christus
Op zaterdag 2 mei zendt BBC Two Television de inmiddels bijna een halve eeuw oude speelfilm Barabbas, naar de roman van de Zweedse schrijver Per Lagerkvist [1] uit, met Anthony Quinn (1915-2001) in de titelrol. En, zoals dat niet zelden het geval is met bijbelse drama's, heeft ook deze rolprent een duur die de gangbare lengte van een speelfilm, die werd gemaakt voor het witte doek, — anderhalf uur — flink te boven gaat. Barabbas duurt twee uur en een kwartier: tussen 15:15 en 17:30 uur.
Het verhaal is ook voor vele niet christenen, of alleen liefhebbers van de klassieke Passionen, uit en te na bekend: Barabbas, een misdadiger — die aanvankelijk samen met Jezus Christus en nog iemand zou worden gekruisigd —, werd door Pilatus vrijgelaten, nadat hij de stem des volks had geraadpleegd — vagelijk hopend dat hij Jezus kon zou kunnen laten gaan —, maar in plaats van lering uit het gebeuren te hebben getrokken, vervalt hij in zijn oude gedragingen, wordt opnieuw door de toenmalige 'politie' ingerekend en vervolgens in de zwavelmijnen te werk gesteld.
Naast Anthony Quin, die inmiddels een beroemdheid was in 'filmland', spelen nog enkele andere filmgrootheden van toen in Barabbas een vooraanstaande rol: Jack Palance, Sylvana Mangano en Arthur Kennedy, Vittorio Gasmann en Ernest Bornigne.
___________
[1] De Zweedse auteur van romans, novellen en doorwrochte essays, Per Lagerkvist (1891-1974) werd in 1951 onderscheiden met de Nobelprijs voor Literatuur.
____________
Afbeeldingen
1. Filmposter voor het bijbels drama Barabbas, uitgekomen in 1962.
2. Auteur en Nobelprijswinnaar Per Lagerkvist.