donderdag 30 april 2009

Twee films naar sprookjes van Gebroeders Grimm

Televisie-sprookje op vrijdag 1 mei
Op vrijdag 1 mei presenteert de Westdeutsche Rundfunk WDR tussen 12:00 uur en 13:00 uur een film van Bodo Fürneisen uit 2008 naar het sprookje Vrouw Holle van de gebroeders Grimm. Dat verhaal is het vierentwintigste sprookje uit de eerste band (van drie), met de Kinder- und Hausmärchen, zoals deze zijn verzameld door twee broers van de familie Grimm: Jacob (1785-1863) und Wilhelm (1786-1859).
In die film spelen onder anderen Marianne Sägebrecht, Herbert Feuerstein en Lea Eisleb.

De beide broers
Je zou bijna geneigd zijn te vragen: wie is er niet mee opgegroeid; met de sprookjes van Andersen en Grimm? In sommige gevallen zelfs zonder bewust te zijn van de naam van de vertellers, respectievelijk verzamelaars. In het laatste geval waren het twee broers [1], die ruim een jaar scheelden, beiden in Hanau waren geboren en tevens samen leefden, studeerden en eveneens beiden professor in Göttingen werden. Ook werden ze allebeide in 1837 uit die functie ontslagen, maar later werden ze, en opnieuw samen, lid van de Berlijnse Akademie der Wissenschaften. Getweeën legden ze de basis voor het Deutsche Wörterbuch, dat hun naam is gaan dragen en van een enorme omvang is [2]. Beroemdheid hebben ze echter pas verworven als verzamelaars van de Kinder- und Hausmärchen [3], die tot op de huidige dag een vooraanstaande plaats in de wereldliteratuur hebben weten te behouden.
Over de wederwaardigheden van deze twee — van wie, gezien de tijd waarin ze leefden, we mogen zeggen dat ze oud geworden zijn: 78, respectievelijk 74 jaar — is in de dtv-reeks Portrait — als nummer 31076 — in de zomer van 2004 een voortreffelijke, overzichtelijke en rijk geïllustreerde biografie verschenen, die weliswaar inmiddels bij de uitgever is uitverkocht, maar hier en daar nog wel opduikt.

Televisie-sprookje op zondag 3 mei
Op 3 mei wordt, vroeg in de middag, tussen 13:55 uur en 14:55 uur opnieuw een televisiefilm met als inhoud een Grimm-sprookje vertoond. Ook daarbij gaat het om een zeer recente verfilming — van Wolfram Eißler, uit 2008 — van Brüderchen und Schwesterchen, het elfde sprookje, opgenomen in de eerste bundel.
Daarin treden onder anderen Odine Johne, Hans-Laurin Beyering en Andrea Sawatzki op.
__________
[1] Er was eerder een kind in dat gezin geboren, eveneens een jongen, die van 12 december 1783 tot 16 maart 1784 heeft geleefd.

[2] Het eerste deel is in 1854 verschenen, de laatste — drieëndertigste — band is in 1960 uitgekomen. Dat was met 16.000 DM een zodanig prijzige aangelegenheid, dat er in de jaren tachtig een dtv-editie voor minder dan tien procent van die prijs is uitgebracht; die was echter snel uitverkocht.

[3] De eerste uitgave is in twee delen verschenen, 1812, respectievelijk 1815.
Tegenwoordig bestaan er edities — zoals die van Reclam — met een derde deel: commentaar, varianten en andere extra's.
____________
Afbeeldingen
1. Titelpagina van de zevende druk van Band 1, Große Ausgabe (1857). Overgenomen in de driedelige Reclam-uitgave uit 1992, ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van Reclams Universal Bibliothek.
2. Brüder-Grimm-Denkmal in hun geboorteplaats Hanau.
3. Illustratie, behorend bij het sprookjeBrüderchen und Schwesterchen. Afgedrukt tegenover de titelpagina van de Reclam-editie uit 1992.

dinsdag 28 april 2009

De lotgevallen van schrijver Maarten Maartens

Stiefkind van onze letteren
Op 21 april verscheen op de fin de siècle website All art is quite useless een bijdrage van Sander Bink onder de titel Fin-de-siècle-varia, waarin terloops de naam Maarten Maartens viel: één van de pseudoniemen van Jozua Schwartz. En dat is wel eens goed, want nu is er een heel directe aanleiding om op die bijzondere schrijver van Nederlandse bodem, die niet alleen als kind zes jaar gedwongen in Engeland verbleef, waar diens Joodse vader Solomon Schwartz, een gekerstende met de nieuwe voornamen August Ferdinand Carl, te Londen als predikant werkzaam was.


Na terugkeer in ons land ging de jonge Jozua eerst maar eens rechten in Utrecht studeren en daar promoveren (1882), en trad hij een jaar daarna in het huwelijk. Vervolgens ging hij enige tijd als globetrotter ervaringen opdoen. Tegelijkertijd begon hij met het schrijven van wat een aardige reeks boeken zou worden: meer dan twintig in het Engels, en enkele in het Nederlands.
Over die schrijver en zijn werk heb ik heden een omvangrijk artikel geplaatst op de bovengenoemde site van Rond1900.nl. Voor meer over het fenomeen Maarten Maartens en zijn werk zij derhalve hier gaarne naar dat weblog verwezen.

maandag 27 april 2009

Nieuwe verfilming van Martin Walsers "beste boek"

Grote namen in de letteren
In de Nederlandse grote literatuur van na de Tweede Wereldoorlog komen we — weliswaar niet altijd op dezelfde plek — vier namen van, overigens uitsluitend mannelijke, schrijvers op: Willem Frederik Hermans (1921-1995), Gerard (Kornelis van het) Reve (1923-2006), Harry Mulisch (geboren 1927), en Hugo Claus (1929-2008). Die laatste wil men nog wel eens vergeten doordat hij in België leefde en werkte. Alleen Harry Mulisch is heden ten dage nog actief.
In ons direct oostelijk gelegen buurland — tot 1989 was dat slechts het westelijke deel van wat ooit Duitsland was: de Bundesrepublik Deutschland — kwamen eveneens vier namen van, ook daar alleen maar mannelijke, auteurs voor die in de categorie beste schrijvers vielen: Heinrich Böll (1917-1985) en Siegfried Lenz (geboren 1926), Günter Grass (geboren 1927) en Martin Walser (geboren 1927). Criticus Marcel Reich-Ranicki heeft overigens lang en nadrukkelijk volgehouden dat Wolfgang Koeppen (1906-1996) verreweg de beste, maar helaas aanhoudend onderschatte, schrijver in het Duitse taalgebied was. Die recensent was, geheel in overeenstemming met zijn aard — zich vooral uitend in extremen — mateloos als het om de terechte verdediging van Koeppens voortreffelijke oeuvre ging, en of dat niet hier en daar toch enigszins averechts heeft gewerkt, laten we maar even terzijde.


Drie van één generatie
Grass, Lenz en Walser zijn in de wereld van de Duitse letteren anno nu nog altijd op diverse fronten actief. Siegfried Lenz leeft weliswaar relatief teruggetrokken, maar hij bestuurt de pen met meesterhand. Grass en Walser daarentegen treden flink wat nadrukkelijker op de voorgrond en hun uitingen in woord en geschrift zijn pregnant politiek getint, of dat nu gaat over aspecten van de jongste geschiedenis — waarbij de Hitlertijd van lieverlee een onontkoombaar stempel blijkt te hebben gedrukt op hun beleving van alles wat zich daarna in dat vaderland en hun persoonlijke bestaan heeft afgespeeld — dan wel om wat er in de huidige Duitse politiek van alledag gebeurt. Dat heeft, mede door toedoen van beide auteurs, tot schandalen geleid, die alle terug te voeren zijn op uitspraken die die beiden hebben gedaan, zij het vanaf een katheder, zij het via de schwarze Kunst van de heer Gutenberg. Overigens is er bij beide heren in zulke situaties sprake (geweest) van direct stijgende oplagen als het direct of indirect met reeds gepubliceerde of kort voor de afronding zich bevindende boeken.


Persoonlijke contacten
Siegfried Lenz is een persoonlijke vriend van de reeds genoemde — inmiddels somtijds toch wel ietwat minder helder overkomende — literatuurpaus Marcel Reich-Ranicki (geboren 1920), maar zo'n sterk persoonlijk getinte relatie heeft tussen de recensent en de beide andere heren nimmer bestaan. Beiden hebben niet alleen lof uit de koker van de zich niet zelden extravert-emotioneel — lees: hysterisch — uitende scribent en redenaar mogen horen en lezen, maar tevens de sterkst denkbare afwijzing. Over het boek Brandung van Walser wilde Reich-Ranicki niet eens publiceren "weil es mir nicht gefällt", gaf hij als vlot antwoord in een vraaggesprek met Lea Rosh in een zogeheten talkshow. Alsof dat op zich een goede reden is om over een boek te zwijgen, dan zou er toch meer aan de hand moeten zijn dan alleen misnoegen over de letterkundige kwaliteiten. De, terecht als grof schandaal ervaren, vernietigende uitspraken en schrifturen die de Großkritiker heeft veroorzaakt jegens Grass' roman Ein weites Feld hebben de contacten tussen de heren met allebei een enorm Ego nog verder bekoeld. Daarna was Walser weer aan de beurt, die een roman schreef over de dood van een criticus. Men had 'blind' moeten zijn om niet snel te 'zien' wie daarin de protagonist was. Enfin, zolang de inmiddels hoogbejaarde heren hun stempel op de letteren in het Duitse taalgebied van vandaag de dag drukken, zal het af en toe nog wel weer eens tot en uitbarsting komen, hetgeen op zich voor nieuw leven in een oude brouwerij zou kunnen zorgen. Dus niet getreurd, aangezien op korte, dan wel iets langere termijn, alles toch weer wordt gerelativeerd en dat is een tweede kant aan het geheel die we als positief moeten kwalificieren.


Ein fiehendes Pferd
Decennia eerder, toen die auteurs en hun opperste criticus nog wel met elkaar spraken, en meer dan alleen afstandelijk-zakelijk, was de roman — volgens sommigen novelle — Ein fliehendes Pferd van Martin Walser de hoogst denkbare lof uit de pen van Reich-Ranicki ten deel gevallen: ". . . sein reifstes, sein schönstes, sein bestes Buch." Het spreekt vanzelf dat zo'n opmerking ruim drie decennia na verschijnen niet diezelfde waarde heeft of hoeft te hebben omdat er van diezelfde auteur in die periode zoveel andere teksten en zoveel nieuwere alsook eventueel nog weer dieper doorleefde gevoelens aan het papier zijn toevertrouwd.


In Ein fliehendes Pferd, voor het eerst verschenen in 1978, is een van de hoofdpersonen een anti-held, die met een zeer persoonlijk conflict worstelt — een steeds terugkerend thema in Walsers verhalend proza en in drama's van Martin Walsers hand —, dat pas in een vierhoeksconstellatie waarin hij en zijn vrouw verzeild raken, de boventoon gaat voeren.
De burgerlijke, in menig opzicht ingedutte Helmut Halm — die al bijna een kwart eeuw zijn dagen slijt als leraar — bevindt zich, samen met zijn vrouw Sabine, tijdens het zomerse schoolreces op het vaste vakantieadres aan het Bodenmeer. Daar komen de beiden in contact met Helmuts school- en studievriend Klaus Buch, die er lustig op los kakelt en ook op andere fronten zijn aanwezigheid zeer nadrukkelijk kenbaar naakt. Dat imponeert de vrouw van de veelal in zichzelf gekeerde Helmut, die graag naar vogels kijkt. Klaus is in gezelschap van een veel jongere sexy blondine, die de aandacht van de andere man weet te genereren.
Daaruit ontstaan tal van verwikkelingen, die tweemaal tot een hoogtepuntleiden: eenmaal een confrontatie met een 'vluchtend paard' dat door een kordaat optredende Klaus binnen de perken wordt gehouden, een tweede keer tijdens eenzeiltocht op het meer, bij een confrontatie van de beide mannen samen met de elementen der natuur in de vorm van een hevig onweer.
In beide gevallen kun je spreken van de representatie van de conflictsituatie in de vorm van exogene voorstellingen. De botsende levensopvattingen van de twee mannen en de manier waarop die tot een confrontatie komen. Het mooiste van deze komedie — die gelukkig geen klucht blijkt — is echter de 'onderhuids' aanwezige humor.

Verfilming
In 1985 is er op basis van dit verhaal al eens een televisie-adaptatie gemaakt, die echter niet veel indruk heeft gemaakt. Maar het boek — dat men na het zien van de film zeker ook nog zou moeten lezen vanwege Walsers briljante stijl — komt nu beter onder de aandacht door de verfilming uit 2007 door Rainer Kaufmann. Het tweede publieke Duitse televisienet zendt de film op maandag 27 april uit op het meest bekeken televisietijdstip: tussen 20:15 uur en 21:45 uur. Deze keer is er sprake van een sterbezetting. Ulrich Noethen speelt Helmut, Ulrich Tukur is vast wel de juiste bezetting voor de dominante Klaus. De beide dames vinden uitdrukking in de veelvuldig geprezen Katja Riemann (Sabine) en Petra Schmidt-Schaller, die meer en meer van zich doet spreken.
___________
Afbeeldingen
1. Auteur Martin Walser.
2. Voorzijde omslag van het boek Die Literatur — Eine Heimat, van Marcel Reich-Ranicki; voorop een konterfeitsel van deze 'primus inter pares' van de Duitse literatuurkritiek.
3. Voorzijde van de paperbackeditie in de serie Suhrkamp Taschenbuch (nr. 600) van Ein fliehendes Pferd.
4. Ulrich Tukur en Petra Schmidt-Schaller in de komedie Ein fliehendes Pferd.
5. Ulrich Noethen als Helmut Halm in de verfilming van Martin Walsers novelle.
6. Ulrich Tukur als Klaus Buch in die rolprent.
7. Katja Riemann als Sabine in diezelfde verfilming.
8. Petra Schmidt-Schaller eveneens in die film.
9. Het viertal bijeen in Ein fliehendes Pferd van Rainer Kaufmann.

woensdag 15 april 2009

Een afgeschreven exemplaar van Sans famille

Passie voor de letteren
Hoewel Hector-Henri Malot — die in 1830 was geboren in Le Bouille, in de omgeving van Rouen — aanvankelijk te Rouen en daarna te Parijs rechten heeft gestudeerd, lag zijn voorkeur toch bij de literatuur, en hij heeft dan ook de bewuste keuze gemaakt deze discipline als vak te kiezen. Hij deed dat in ieder geval op drie uiteenlopende manieren: als literatuurcriticus voor de krant L'Opinion Nationale, als theatercriticus voor Lloyd Français, en als romancier. Zijn eerste boek werd in 1859 gepubliceerd: Les Amants, het eerste deel van een trilogie. Het ongetwijfeld bekendste boek uit Hector Malots koker is de roman over, en zeker ook voor, kinderen: Sans famille, in het Nederlands getiteld Alleen op de wereld.
De mare gaat al enige decennia, en blijkt — zoals dat met, eventueel sterke, verhalen zeer dikwijls het geval is — een lang leven te zijn beschoren, maar omdat wel het een leuke anekdote is, vertellen we die hier toch maar, even tussen neus en lip.
Een ooit in Nederland woonachtige man had in zijn jeugd Alleen op de wereld gelezen; een jaar of twintig daarna besloot hij om dat boek maar eens in het Frans te gaan lezen, en daarom vroeg hij in een boekhandel naar de zeer beroemde roman Seul sur le monde. . . . . Volgens de overlevering is hij daarna berooid, met lege handen, huiswaarts gekeerd.

Wereldboek
Negentien jaar nadat Hector Malots eerste roman was uitgekomen, werd Sans famille gepubliceerd, in 1878, en dat boek zou al snel een bestseller worden en in die hoedanigheid eveneens een zegetocht over de aardkloot realiseren.
Vanochtend vond ik een — zowaar gebonden — Frans exemplaar van deze roman tussen de afgeschreven boeken in de kratten van een — op dat punt en zeker voor mij — vruchtbaar antiquariaat in mijn woonplaats. Doordat de titelpagina ontbreekt, heb ik geen idee om welke druk het daarbij gaat, al is het exemplaar zeker honderd jaar oud. Het is niet een exemplaar dat helemaal is gelezen, wel is er in gelezen. Helaas is ook achterin — hetgeen bij boeken van na de Tweede Wereldoorlog vrijwel altijd wel het geval was — niets anders te vinden dan de naam van de drukkerij.

Vondst
Vandaag lag het hierboven afgebeelde exemplaar tussen diverse andere afgedankte boeken, voor de somma van vijftig eurocent, al moet erbij worden gezegd dat dit exemplaar nooit één der schappen van de winkel heeft gehaald, maar bij binnenkomst al direct werd gedumpt. Helaas is het een editie zonder illustraties en op tamelijk vergeeld papier — een versie die wij van het boekenvak in vroeger jaren omschreven als "luxe editie op krantenpapier", aangezien zo'n boek wel van een stevige band was voorzien. En dat is voor Franse boeken echt een bijzonderheid.


Ook een blad(zijde) met de zogeheten Franse titel — dat laatste op de oneven zijde van het blad voorafgaande aan een normale titelpagina — ontbrak. Het is niet erg waarschijnlijk dat deze en/of de originele titelpagina, is, respectievelijk zijn, verwijderd, aangezien de titel, met daaraan voorafgaand de naam van de schrijver, bovenaan de bladzijde staat waarop het eerste hoofdstuk (van het eerste deel) begint.
Op de plek waar je een titelpagina verwacht, is echter een brief van Hector Malot afgedrukt aan zijn — in 1868 uit Malots huwelijk met Anna Dariès geboren — dochter Lucie. De auteur beschrijft daarin dat hij bij de conceptie van het verhaal steeds aan haar heeft gedacht en zich heeft afgevraagd hoe zij iets zou voelen, of zij er belangstelling voor zou hebben.

zaterdag 11 april 2009

Twee lente-gedichten van Joseph von Eichendorff

Frühlingsnacht

Überm Garten durch die Lüfte
Hört' ich Wandervögel ziehn,

Das bedeutet Frühlingsdüfte,

Unten fängt's schon an zu blühn.


Jauchzen möcht' ich, möchte weinen,

Ist mir's doch, als könnt's nicht sein!

Alte Wunder wieder scheinen

Mit dem Mondesglanz herein.


Und der Mond, die Sterne sagen's,

Und in Träumen rauscht's der Hain,

Und die Nachtigallen schlagen's:

Sie ist deine, sie ist dein!


* * * * *


Mondnacht


Es war, als hätt' der Himmel

Die Erde still geküßt,

Das sie im Blütenschimmer
Von ihm nun träumen müßt'.

Die Luft ging durch die Felder,
Die Ähren wogten sacht,

Es rauschten leis' die Wälder:

So sternklar war die Nacht.


Und meine Seele spannte

Weit ihre Flügel aus,

Flog durch die stillen Lande,

Als flöge sie nach Haus.


__________

Joseph Karl Benedikt, Freiherr von Eichendorff (1788-1857)

Beide Gedichte wurden vertont von Robert Schumann (1810-1856)
____________
Afbeeldingen
1. Joseph von Eichendorff.
2. Robert Schumann. Getekend door Jolien Eijkhout, Groningen, 2005.

donderdag 9 april 2009

Het vroege leven van Marcel Reich-Ranicki nu als speelfilm via Arte en volgende week via Das Erste

Voorbespreking
Arte-televisie bijt deze week het spits af als het gaat om de eerste vertoning van de — vooral in Duitsland, inmiddels reeds veelvuldig besproken — verfilming van het boek met een persoonlijke terugblik op het leven van de in juni 1920 geboren Marcel Reich-Ranicki, de onnavolgbare literatuurpaus van het Duitse taalgebied. Weliswaar hebben ook andere oudere heren in de literaire scene van die ruime streken die eretitel dan wel licht spottend toegevoegde benaming gedragen, maar Reich-Ranicki is zo consequent voortgegaan op de eenmaal ingeslagen weg, die hij in Duitsland nu al een halve eeuw met vaste tred begaat dat geen ander hem — ook niet tijdens zijn resterende actieve leven — zal inhalen. Daarvoor zal hij eerst willens en wetens plaats moeten maken op de tot op heden aan één wezen plaats biedende Pegasus.


Al weken heeft de man gefigureerd in allerlei zogeheten talkshows in het Duitse televisielandschap waar de overmatig idolate gastvrouwen, respectievelijk gastheren steeds opnieuw blijk geven van te weinig kritische afstand en journalistiek voorbehoud, hetgeen de zaken wel eens ietwat buiten proportie trekt.

Het verhaal in boekvorm
Het boek Mein Leben, dat voor het eerst is verschenen in 1999 en binnen relatief korte tijd meer dan een miljoen keer werd verAkocht in de gebonden editie, kwam reeds een jaar later uit in een eveneens zeer gewilde paperbackeditie voor circa de helft van de prijs van de gebonden uitgave. Over die versies en de inhoud ervan hebben we al in een artikel geschreven dat op deze website te vinden is op vrijdag 30 januari 2009.
Reeds eerder, nu bijna een half jaar geleden, hebben we eveneens melding gemaakt van het schandaal dat Reich-Rancki — niet geheel onterecht overigens — heeft veroorzaakt met zijn weigering om een Fernsehpreis in ontvangst te nemen, aangezien dat instituut zoveel Blödsinn verspreidt. Je kunt best één en ander tegen Marcel Reich-Ranicki in het veld brengen, maar het gaat toch niet aan hem aan te vallen, respectievelijk af te vallen, als de man volkomen gelijk heeft. Waarvan akte.


De verfilming
Het bijna zeshonderd pagina's dikke boek — wie was er nu nog maar tegen dikke boeken? — behandelt het leven tot ver in de werkzame periode als criticus in het naoorlogse Duitsland, waarbij zelfs toen nog recente gebeurtenissen — zoals de breuk met collega en vriend Walter Jens, met wie hij dagelijks een lang telefoongesprek voerde — aan de orde kwamen. De film daarentegen beperkt zich tot de terugkeer naar Duitsland in 1958. Aangezien er diverse jongere levensfasen aan bod komen, zijn er ook twee acteurs, welke de rol van MRR vervullen; de meest belangrijke daarvan is Mathias Schweighöfer die de jonge man tussen diens zestiende en achtendertigste jaar uitbeeldt.
De verfilming van Dror Zahavi [1], die onlangs gereedgekomen is en welke al een zeer druk bezochte voorpremière in een Hamburgse bioscoop heeft beleefd, wordt op — in dit geval Goede — Vrijdag 10 april, tussen 21:00 uur en 22:30 uur via Arte-televisie uitgezonden. Een herhaling wordt gepresenteerd op zondag 12 april (eerste paasdag) vanaf 16:00 uur.
Direct na de film herhaalt Arte vrijdagavond een film die het Zweite Deutsche Fernsehen in 2004 heeft voorgesteld, Biographie — Marcel Reich-Ranicki waarin de mens en criticus nog eenmaal zijn leven tot op dat moment de revue heeft laten passeren. Dat ietwat oudere document in bewegende beelden wordt niet herhaald.
Op woensdag 15 april wordt de film Mein Leben nogmaals op de buis uitgezonden, maar dan door het eerste Duitse net ARD/Das Erste, van 20:15 uur tot 21:45 uur. Daarop volgt dan een ontmoeting met de auteur van het boek. De ARD-gegevens melden niet of daar sprake is van een zeer recent of direct gesprek dan wel eveneens de herhaling van een eerder onderhoud.
__________
[1] Dror Zahavi is een in 1959 te Tel Aviv geboren film- en tevens televisieregisseur, die vooral in het Duitse taalgebied werkzaam is en zowel voor soaps,zogeheten krimi's alsook voor serieuze speelfilms verantwoordelijk tekent. Driemaal werd hij onderscheiden met een filmprijs.
____________
Afbeeldingen
1. Marcel Reich-Ranicki in een voor hem typerende houding. (Foto © ZDF, Mainz.)
2. Marcel Reich-Ranicki voor één van zijn boekenwanden. (Foto © Bettina Strauss. Overgenomen van de dtv-paperback 13327 die de schooleditie van Mein Leben is.)
3. Scènefoto uit de Dror Zahavi-film Mein Leben.

woensdag 1 april 2009

Heinrich Bölls tekst Katharina Blum als leerstuk — tevens in de verfilming door Volker Schlöndorff

Spannende tijden
In 1974 publiceerde de Duitse schrijver Heinrich Böll (1917-1985) de als Erzählung gekwalificeerde tekst Die verlorene Ehre der Katharina Blum oder: Wie Gewalt entstehen und wohin sie führen kann. Het leidde er onder meer toe dat toch al suspecte overheidsinstanties van het indertijd op de toppen der zenuwen levende regeringsapparaat verantwoordelijk werden voor het doorzoeken van de woning van Heinrich Böll, onder meer op verdenking van ondersteuning van terrorisme. De zwaar extremistische idiotie die de indertijd deels ontregelde bundesdeutsche samenleving aan de dag legde, toonde hoe zeer men in de ban was van het — toen weliswaar daadwerkelijke — terrorisme van de Rote Arme Fraktion (RAF), welke echter nimmer separaat kon worden bekeken, maar had moeten worden bezien in het kader van al die elementen welke ertoe hebben geleid dat er na de Tweede Wereldoorlog zo'n status quo in het 'nieuwe Duitsland' heeft kunnen ontstaan. Enkele aspecten daarvan waren onder meer grove nalatigheid bij diverse overheden om in diverse geledingen schoon schip te maken met betrekking tot alle figuren die tijdens de Hitler-dominantie een nogal dubieuze of zelfs heel erg kwalijke rol hebben gespeeld. Politieke partijen en andere belangengroeperingen hebben ervoor gezorgd dat sommige van de meest kwalijke personen het al snel na 1945 opnieuw hoge functies kregen binnen de politiek dan wel de rechterlijke macht. Hans Filbinger (1913-2007) — die tijdens de Hitler-dictatuur marinerechter was en toen voor minieme vergrijpen doodvonnissen heeft uitgesproken — werd zelfs minister-president van een deelstaat.

Begrijpelijke woede
Dat kritische jeugdigen, daarmee rauw geconfronteerd, een andere (lees: betere en vooral fatsoenlijkere) republiek wensten, zal geen enkel weldenkend mens als een bedreiging kunnen (hebben) ervaren. Dat belangengroeperingen echter het vuur tegen elke denkbare vorm van terechte maatschappijkritiek flink hebben aangewakkerd — waarbij een schandelijk uitwas van de pers: de Bild-Zeitung, het vechtvodje berstensvol met dagelijkse fascistoïde leugens, laster, lagen en listen, een heel uitzinnige en dus weerzinwekkende rol heeft gespeeld —, mag worden gezien als een conglomeraat van direct gerichte pogingen om elke vorm van maatschappijkritiek definitief de kop in te drukken, waardoor de West-Duitse natie steeds sneller dreigde af te glijden in de richting van de totale terreurstaat die in 1933-1945 aldaar was gevestigd.
Dat Heinrich Böll met dat boek onder meer heeft getracht te zorgen voor enig nadenken — en als wenselijk gevolg daarvan de-escalatie —, staat buiten kijf, maar doordat hij in die vertelling over Katharina Blum duidelijk heeft gemaakt welke rol de abjecte sensatiepers van het toenmalige Duitsland heeft gespeeld, is vanuit die hoek evenmin het geringste nagelaten alles verdacht te maken met betrekking tot de schrijver die in 1972 pas de tweede Duitse letterkundige van na de Tweede Wereldoorlog was aan wie de Nobelprijs voor Literatuur werd toegekend.

Waakzaamheid vereist
Ook nu — met een relatief sterke aanhang voor (neo-)nazistische groeperingen binnen (en deels buiten) het huidige staatsbestel met een minister die met plannen in een vergevorderd stadium voor de installatie van een Super-Gestapo, in combinatie met tal van andere, de burgervrede bedreigende, verschijnselen — kan ieder moment opnieuw een situatie ontstaan, die dan wel heel veel overeenkomsten zal vertonen met die van de tijd waarin Heinrich Bölls vertelling speelt.
De kunstenaars en hun publiek hebben een speciale taak: zij moeten er, individueel en als groeperingen, met de eigen mogelijkheden actief voor zorgdragen dat het niet opnieuw zover kan komen.

Verfilming
De Duitse filmers Volker Schlöndorff [1] en Margarethe von Trotta hebben het verhaal van Heinrich Böll in 1975 verfilmd met onder meer Angela Winkler, Mario Adorf en Dieter Laser. Het Duitse publieke televisienet ARD/Das Erste zendt de film in kwestie opnieuw uit in de nacht van woensdag 1 op donderdag 2 april, tussen 00:35 uur en 02:15 uur.
Op Arte-televisie wordt gelijktijdig een literatuurverfilming van deze regisseur uitgezonden: Der junge Törless uit 1966 naar het boek Die Verwirringen des Zöglings Torleß uit 1906 van Robert Musil (1880-1942).
______________
[1] Het is wel de week van regisseur Volker Schlöndorff (geboren 1939). Over hem werd door Arte-televisie al een Portret uitgezonden, en in de nacht van 31 maart op 1 april werd zijn film Der Fangschuss (1976) uitgezonden — alweer met een literaire basis: het verhaal Le coup de grâce uit 1939 van de Franse auteur Marguerite Yourcenar (1903-1987).
De afgelopen dagen heeft Arte-televisie tweemaal de film Mein Leben over deze regisseur uitgezonden; een herhaling staat gepland voor zaterdag 4 april, in de vroege ochtend om 06:45 uur.
____________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van de eerste pocketeditie uit 1976 van Heinrich Bölls vertelling , met daarop Angela Winkler in Volker Schlöndorffs film.
2. De auteur Heinrich Böll tijdens een persconferentie in Keulen.
3. Voorzijde van de huidige pocketeditie (dtv 1150).
4. Filmregisseur Volker Schlöndorff, die op 31 maart zeventig jaar geworden is.